Deze appel werd als zaailing gevonden in Downham in Engeland in 1820.
Het bleek een goed groeiende boom te zijn die goudgele vruchten droeg. De appels gelden als een der beste moesappels. Het romig witte vruchtvlees wordt gekookt een goudgele , schuimige moes met een zeer goede fruitige smaak.
De boom is sterk en gezond en resistent tegen veel gangbare ziektes. Hij eist niet veel van de grond. Ook op zware grond gedijt hij prima.
Begin oktober kan de appel geplukt worden. Koel bewaard blijft hij tot januari goed.