Zoeken en vind het juiste ras

In het keuzemenu links kunt u een overzicht oproepen van alle rassen per soort.

Weet u al een (deel van een) naam, vul die dan in in het zoekveld hieronder.

In het trekmenuutje hier rechts onder kunt u opgeven hoe lang de lijst moet worden - dat is handig zoeken op naam.

Blenheims's Orange

Dit oude engelse ras is al sinds 1740 bekend. Oorspronkelijk werd een zaailing gevonden nabij het paleis van Blenheim. George Dempster, een kleermaker, zag de bijzondere kwaliteiten van de zaailing.

De mooie oranje gele appels zijn erg lekker om zo van de boom te eten. Ze hebben een wat notig smaakje wat zeer goed combineert met kaas, bijvoorbeeld cheddar, om het Engels te houden. De moes gekookt van de Blenheims Orange is goudgeel en stevig. De appel heeft een hoge concentratie pectine. De boom is niet erg gevoelig voor ziektes en groeit hij op iedere grondsoort.

George Dempster entte de boom en liet hem in 1818 in een catalogus opnemen, onder de naam Dempster’s Pippin. Vanaf die tijd is de boom verspreid over heel Engeland. Lokaal is hij nog steeds met de achternaam van George bekend.
De Blenheims Orange geeft een grote oogst, maar niet ieder jaar. Soms slaat hij een jaar over om het volgende jaar weer een overvloedige hoeveelheid appels te geven. Het duurt ook lang voordat de boom gaat bloeien en een oogst draagt. Dit zijn waarschijnlijk de redenen dat de boom vrijwel is verdwenen uit de boomgaarden.
De appel is al eind juli begin augustus plukrijp. Je kunt hem de hele winter bewaren om er moes of appeltaart van te maken. Om zo te eten is hij het lekkerst, zo van de boom.